Argentinie
Door: Paul en Marianne
Blijf op de hoogte en volg Paul
22 November 2012 | Argentinië, Puerto Madryn
Sinds we in Argentinie zijn hebben we twee achtereenvolgende lange reisdagen gehad. Grotendeels door een prachtig landschap en dat is fijn als je 11 uur lang in de bus zit.
De 1e dag ging door het meren gebied en was een prachtige tocht. De brem staat ook hier mooi in bloei en ook zagen we overal bloeiende lupines. Dat levert prachtige plaatjes op: op de voorgrond blauw bloeiende lupines, daarachter geel bloeiende brem, vervolgens groene spar of anderszinssoortige boom, dan een rimpelloos blauw meer en dan de bergtoppen in de verte met de laatste sneeuw.
Anderhalf jaar geleden is hier een vulkaanuitbarsting geweest, ondanks dat het tientallen km’s uit de buurt was, lag er toen ca. 40 cm vulkaanstof! Nu zie je dit nog, want de grond is nog steeds bedekt met witte as. We hebben in Bariloche, een bekende wintersportplaats in Argentinie geluncht. Dat betekende in dit geval dat we bij de McDonalds een hamburgertje met cappuccino gehaald hebben en deze als picknick aan het meertje verorberd hebben. Vervolgens verder naar Esquel aan de rand van de bergen en de Patagonische vlakte.
In Esquel was weinig te doen en daar hebben we alleen overnacht, we waren er ook pas om 8 uur ’s avonds. Wel nog even snel naar de supermarkt om onze lunch te halen voor de volgende dag, want we zouden de daaropvolgende dag geen restaurantjes of iets dergelijks tegen kunnen komen om te kunnen lunchen. Dat vinden wij niet erg, want het is veel leuker om in een supermarktje wat te kopen en dit op een sfeervol plekje op te eten.
Vervolgens onze lange rit dwars door Patagonië naar de Zuid Atlantische oceaan, naar Puerto Madryn. Sommige stukken waren heel mooi, zoals langs de rivier de Chubut, waar we in een prachtige, deels groene vallei omzoomd door roodgekleurde canyons reden.
Met deze reisgroep van wereldreizigers worden al snel vergelijken gemaakt en dit leek volgens Paul op het canyonlandschap dat je in het westen van Amerika wel ziet. Ik vond het prachtig, want zo’n landschap had ik nog nooit gezien.
De rest van de route was een enorme uitgestrekte vlakte met lage struikjes. Al het land wordt gebruikt door schapenboeren. Wel zagen we naast schapen ook nog regelmatig lama’s (guananaca’s) en nandoe’s (kleine struisvogels). Dit monotome landschap veranderde niet meer tot onze eindbestemming, Puerto Madryn.
Deze wat grotere stad is een uitvalsbasis om walvissen te zien, die hier paren en jongen krijgen. Onze eerste avond hier zijn we wat gaan slenteren langs het strand en zagen we al een moeder met jong.
De volgende morgen weer vroeg op om walvissen te gaan spotten vanaf het schiereiland Valdes. Na een tien minuten op weg werden we bij een rotonde tegen gehouden door stakende en postende chauffeurs. Het was een landelijke staking voor meer loon en tegen de regering. Na 20 min. mochten we weer verder. Onderweg werd regelmatig gestopt om dieren te kijken, zoals gronduiltjes, roofvogels, nandoe’s en guanaca’s.
Om half elf scheepten we op de boot in om walvissen van dichtbij te gaan zien. We moesten al op het strand in de catamaran klimmen, waarna deze door een tractor het water werd in geduwd. Her en der zagen we walvissen in het rimpelloze water. De kapitein koos een moeder met jong uit en benaderde hun tot zo’n 20 m. De walvissen (allemaal moeder met kalf) zwommen rustig verder en kwamen regelmatig met hun koppen boven water om naar ons te kijken. Eénmaal zwommen ze bijna onder de boot door en zagen we onder water hoe groot ze waren. Daarna werd onze aandacht getrokken door een jong dat met een vin op het water aan het slaan was en z’n staart boven water hield. De gidsen vertelde dat de moeder in ondiep water lag en het jong niet kon eten, dus om de aandacht van de moeder te trekken, gaat het jong dan met zijn staart en vin slaan en allerlei andere capriolen uithalen om de aandacht van de moeder te trekken. Daarna weer de bus in om zeeolifanten te gaan spotten. Na ruim een uur aangekomen bij Punta Delgado. We moesten eerst een steile klif naar beneden om vervolgens een grote kudde zeeolifanten gade te slaan. Ze lagen maar lui te liggen om energie te sparen. Het zijn kolossale beesten. Helaas waren de grote mannetjes al vertrokken. Zij hebben de neuskwab die op een slurf lijkt. De afstand tot de beesten was ongeveer 50 m. Er waren geen hekken, maar je mocht niet van het pad af. In ieder geval was het een mooie ervaring. Daarna 30 km verder nog even snel Magelhaen pinguïns kijken. Die konden we tot 1 m afstand benaderen. Ze waren erg leuk. Alleen al hoe ze waggelen en zich continu staan te poetsen, is leuk om te zien. Na weer een lange enerverende mooie dag weer terug naar ons hotel. De hotels zijn prima midden klasse hotels.
Ons hotel ligt aan het strand, slechts gescheiden door een weggetje en de boulevard. Ondanks dat het einde van het seizoen is (na half december gaan de moeders met kalveren naar Antarctica), zijn er nog veel walvissen, zelfs in de baai hier dobberen ze en we kunnen vanuit onze ontbijtzaal de zee en de walvissen zien! ’s Morgens en overdag zijn ze wat minder actief, maar gisterenavond waren er 8 walvissen in de baai, die met hun staarten en vinnen aan het wapperen waren en (deels) uit het water sprongen. Dat hebben wij helaas gemist, maar we hoorden dit later van onze reisgenoten.
Een dag later ging de excursie naar Punta Tombo. Hier is een grote pinguïnkolonie. Het pad, met stenen gemarkeerd, kronkelde zich tussen de nesten door. De ondiepe nesten zijn vooral grote gaten, met een struikgewasje erboven. De dieren trekken zich niets van ons aan, we hadden van tevoren de instructie gekregen om, wanneer er een dier (guanaco (de locale lamasoort) of pinguin) ons pad wilde oversteken, het dier altijd voorrang had. Dat gebeurde ook regelmatig en dat was leuk om te zien: wij, toeristen, stilstaand, terwijl een waggelende pinguin het pad kruiste. Paul zat op een bepaald moment een foto te maken op het pad, maar hij zat in de looproute van een pinguin en moest dus aan de kant. Ook lopen er veel soort hamstertjes van struikgewasje naar struikgewasje te rennen, dat geren is wel slim, gezien de vele, vele roofvogels die hier vliegen.
De pinguïns lagen in hun nesten, sommige eieren waren al uitgekomen en we konden duidelijk de kuikentjes zien. Er vlogen regelmatig roofvogels over ons heen om nesten te beroven van eieren en kleintjes. Ook stak er af en toe een guanaco vlak voor ons over. Alle beesten zijn op dit stukje aarde helemaal niet bang voor mensen. Er zaten nog andere loopvogels en een soort cavia’s, waar je ook dichtbij kon komen. Na 2 uur moesten we weer gaan. Die cavia’s holden van struikje naar struikje, heel verstandig met al die roofvogels in de lucht.
Onze gids had ons beloofd om op een mooie plek te gaan lunchen. Nou dat was zeker het geval. We hadden het strand voor ons alleen samen met de zeeolifanten die er ook lagen. Op ca 10 m afstand van een paar grote logge zeeolifanten hebben we onze lunch opgegeten. Een onvergetelijke ervaring.
Daarna weer 2 uur terug rijden, want de afstanden zijn hier groot en er woont bijna niemand.
Liefs,
Paul en Marianne
-
26 November 2012 - 07:48
Joyce:
Geweldig! Ben benieuwd naar jullie foto's. -
28 November 2012 - 15:33
Ton:
Ben jaloers op jullie.
Zie graag de foto's.
Gr. Ton
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley