18 augustus
Door: MarianneAntoinette
Blijf op de hoogte en volg Paul
18 Augustus 2011 | Oeganda, Namwendwa
Vanmorgen zijn we in de stromende regen vertrokken, maar toen we in het laagland kwamen was het droog.
Het landschap is hier zoals ik me van een typisch Afrikaans savannelandschap voorstel: grillig gevormde bomen tussen laag en hoog gras (ook hier erg groen).
We hebben in een suikerrietveld staan kijken hoe ze van suikerriet alcohol maken. Er komen hier erg weinig toeristen, dat merk je aan de reactie van de kinderen. Als we stoppen, staan er binnen een mum van tijd tientallen kinderen om ons heen, ons aan te staren. Als we dan een foto van hen maken, en die laten zien, liggen ze dubbel van het lachen. Helemaal geweldig vinden ze het als ze je een hand mogen geven.
We kamperen op het terrein van een boerderij, een soort cooperatie en toen we hier aankwamen hebben we eerst onze tenten opgezet. Onze matrassen zijn inmiddels opgedroogd. Als we op onze eindbestemming waren legde Steven ze in de zon te drogen en ze worden inmiddels achter, opgerold, in het busje vervoerd, i.p.v. op het dak. Mijn matras heeft een tweety design en toen ik de volgende ochtend wakker werd en naar opzij/beneden keek, keken twee grote ogen in een geel koppie me liefdevol aan. Zo is kamperen niet slecht!!
Na onze lunch op de boerderij gingen we door het binnenland fietsen onder begeleiding van twee basisschoolleraren die als gids functioneerden. De wegen waren prima, een harde kleigrond, deze keer zonder gaten, alleen met veel stenen. Dat comfort werd gelukkig gecompenseerd door onze fietsen. Vier locals hadden hun vooroorlogse fiets moeten inleveren. Ik had een herenfiets met een zadel zo’n 20 cm boven mijn navel, geen remmen en mijn rechtertrapper stond bijna overdwars. De andere fietsen hadden gelijkwaardige gebreken. Af en toe werden we ingehaald door een busje en die hebben graag de hele weg voor zichzelf. MC fietste op een bepaald moment naast me, er kwam weer zo’n scheurijzer aan en ze vroeg of ik iets naar links kon (ze rijden hier links). Dat kon, de greppel was maar zo’n meter diep, liep redelijk glooiend naar beneden en er stond geen water in. Het fietste best lekker daar tot het moment dat ik er op een redelijke manier weer uit kon fietsen. Ook hier weer tientallen kinderen die op ons af kwamen rennen en ons groetten.
We waren intusssen aardig vies geworden van alle stof dat de auto’s achterlieten als ze ons inhaalden of tegemoetkwamen en niet te vergeten de zwarte roetdampen (APK is hier nog niet doorgedrongen). Gelukkig begon het weer te regenen, maar helaas kwamen we weer een lokale kroeg tegen voordat de tropische bui kans kreeg om ons helemaal schoon te krijgen.
Toen het droog was hebben we nog wat lokale fabriekjes bezocht, waar ze van mails meel maakten, etc. De vrouwen waren druk bezig met van alles en nog wat, de mannen ook. Die waren met een stuk of 20 met een soort lange holle pijpjes uit een groot vat aan het drinken. Het bleek dat ze met z’n allen een paar jerrycans met alcohol kopen, dat gooien ze in een groot vat, gaan eromheen zitten, pakken het pijpje van een meter of zo erbij en gaan drinken. Dat doen ze overigens pas als ze klaar zijn met werken en tussendoor bespreken en beslissen ze over allerlei zaken die het dorp aangaan.
’s Avonds hebben we bij een groot kampvuur gegeten. Ik kan helaas niet vertellen wat ik gegeten heb, daar was het te donker en onherkenbaar voor.
Het was wel erg gezellig tot er een gigantisch grote kever voorbij kwam vliegen en landde, toen zaten de 3 dames niet zo rustig meer.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley